Tags

, , ,

Fotografie is leuk. Ik ben gek op fotografie. Ik vind het prachtig om te doen. Ik probeer alles vast te leggen wat ik zie. Er gaat dan ook geen dag voorbij dat ik niet mijn camera bij mij heb. Tenminste, tot nu. Ik heb geen camera. Mijn camera is onbruikbaar. Vanwege een vlekje. Een uitermate vervelend vlekje.

Onbruikbaar.

Maar waarom is mijn camera onbruikbaar door een vlekje? Omdat het vlekje op de censor zit. En daar kwam ik achter toen ik de camera voor de eerste keer uitpakte en aan zette, twee weken geleden. Ik dacht dat het niet zo heel erg zou opvallen met het afdrukken, en dat ik anders wel programma’s zou kunnen gebruiken om de vlek weg te kunnen werken. Maar de vlek was vreselijk zichtbaar op afdrukken. Zelfs op afdrukken van laserprinters. En dat was de druppel. Ik moest de camera terug sturen naar de leverancier. En dat vond ik niet leuk. Want ik heb de camere zeker elke dag wel één keer in handen om de meest simpele dingen te fotograferen. En dan heb je in eens geen camera meer. Ik ben onthand. Ik mis dat zwarte ding.

Wandelen. Een waar genot.

Vanmiddag gingen we wandelen. De zon was goed, de lucht was helder, overal eendjes en vliegende meeuwen die de meest rare capriolen uithaalden om maar het brood binnen te krijgen. De ideale omstandigheden voor fotografie. En ik had geen camera. Sanne en Debbie zaten heerlijk op een bankje te picnikken, de zon stond op hun gezichten en ze genoten. Maar geen camera. In het park liggen prachtige watervallen die door de zon mooi afstaken tegen de achtergrond. Ook de bomen in het park, tegen de helling aan, zagen er in het zonlicht prachtig uit met de glinstering van de eerdere regen. Maar geen camera dus geen mooie plaatjes waar ik later op de computer mee zou kunnen spelen. Ik was bijna boos op mijzelf omdat ik die camera had opgestuurd voor reparatie. Ik baalde als een stekker.

Er zijn belangrijkere dingen.

Maar die camera is niet alles. En daar kwam ik vanmiddag weer achter. Ondanks het feit dat ik er van baalde geen camera beschikbaar te hebben, heb ik wel genoten van de omgeving. Ik liep niet meer door het park op zoek naar mooie composities of doorkijkjes. Ik liep niet meer rond met de vraag of de accu nog wel vol was, of de geheugenkaart nog genoeg ruimte had. Nee, ik genoot van de omgeving, de geur van nat gras, het geluid van de watervallen en het gekwebbel van de eendjes. Ik genoot van mijn meiden die op hun beurt weer genoten. En er zullen nog best wel momenten komen waar de omstandigheden ideaal zijn voor fotografie. Er zullen nog meer dan genoeg dagen komen dat ik in het park kan rondlopen om de composities en doorkijkjes op te zoeken die ik vandaag gemist heb.

Park Sonsbeek in Arnhem is het bekendste park in deze stad. Park Sonsbeek – genoemd naar de gelijknamige beek, oorspronkelijk: Sint-Jansbeek – is 67 ha groot en grenst in het noorden aan de parken Zijpendaal en De Gulden Bodem. Deze drie parken sluiten nauw bij elkaar aan en zijn samen zo’n 200 ha groot. In het oosten grenst Sonsbeek aan de wijken Sonsbeekkwartier en St. Marten, in het zuiden bijna aan het centrum en in het westen aan de Hoogkamp en Burgemeesterswijk.

Roberts log vind je hier.